Je bekijkt nu S. vraagt advies

S. vraagt advies

“Welk fictieboek kan ik deze zomer op reis lezen? Ik lees voornamelijk non-fictie en leer graag bij door te lezen. Deze zomer trek ik op reis met het gezin. Ik wil me graag aan een fictieboek wagen. Het eerste sinds lange tijd. Op reis lees ik graag een boek dat laagdrempelig is, niet te dik en zonder lastige maatschappelijke kwesties. Ontspanning voorop. Mooie zinnen in de tekst zijn een pluspunt, net zoals een focus op menselijke connectie.”

PULP raadt aan:

  1. Jij en ik van Niccolo Ammaniti. Het boek heeft mooie zinnen, is niet te dik en gaat over interpersoonlijke relaties. Het is een boek dat je meeneemt in het verhaal van twee jonge mensen die hunkeren naar acceptatie. Ontroerend, maar niet te zwaar. De ideale fictie-vakantie-read als je het ons vraagt.
  2. De acht bergen van Paolo Cognetti. Cognetti tovert altijd met heel mooie zinnen. Het is niet te dik en toegankelijk geschreven. We kiezen specifiek dit boek, gaande over Italië en vriendschap omdat we zeker zijn dat het je zin geeft om op reis te gaan en te wandelen.
  3. Nachtouders van Saskia De Coster. In tegenstelling tot de bovenstaande boeken is dit boek oorspronkelijk in het Nederlands geschreven. En dat merk je tijdens het lezen. De taal is mooi en het leest vlot. Het gaat over ouderschap. Het verhaal is fictief, maar wel gebaseerd op wat de auteur zelf heeft meegemaakt.
  4. De verwarde cavia van Pauline Cornelissen. Deze wilden we je niet ontzeggen. De verwarde cavia is een absurd verhaal. Pauline Cornelissen, ook de auteur van ‘taal is zeg maar echt mijn ding’, gebruikt zeer mooie taal, in alle eenvoud. Het verhaal is grappig, maar we zijn niet zeker of het S. voldoende zal kunnen meeslepen. Het is een gokje dat we toch graag meegeven.